maandag 19 december 2011

Remco Campert: Het leven is verrukkulluk

Het boek, het leven is vurrukkulluk, is geschreven door Remco Campert. Voor meer informatie over Remco Campert klik hier:
Het is boek is op een speciale manier geschreven. Het staat vol woordspelingen, spelfouten, deze spelfouten zijn met opzet gemaakt. Ik als dyslect vond het daarom ook een lastig boek en deed er lang over om het te begrijpen. Een goede (helaas korte) recensie kun je vinden op: http://www.volkskrant.nl/wca_item/boeken_detail/453/192159/Het-leven-is-vurrukkulluk.html
Een samenvatting van het verhaal kun je hier vinden:

plot
Het verhaal speelt zich af in één zondag. Het begint ’s ochtends als twee jongens, Mees en Boelie, een meisje genaamd Panda in het park ontmoeten. Samen wandelen ze een lange tijd door het park, totdat ze een grijsaard (Kees) ontmoeten. Na een tijdje willen ze naar huis gaan maar de grijsaard wil mee. Ze zijn het hier niet mee eens maar hij blijft ze volgen, daarom slaan ze de grijsaard neer. Ze trekken zijn schoenen uit en vinden daar 200 gulden. Eenmaal thuis aangekomen probeert Mees, Boelie het huis uit te werken, hij wil panda namelijk voor zich alleen. Uiteindelijk gaat Boelie zelf weg omdat hij een afspraak heeft. Boelie is namelijk een dichter en wordt daar over geïnterviewd. Als Boelie weg is liggen Mees en Panda al snel samen in bed.
Als ze klaar zijn valt Mees in een diepe slaap, hij droomt over vroeger. Dat hij een jazzpianist was en speelde in Billy’s bar. Tegelijkertijd had hij een verhouding met de vrouw van een vriend van hem. Toen de vrouw Mees dumpte was hij hier kapot van. Hij zocht troost bij een vriendin van hem, ook dit eindigde in bed.
Als hij wakker wordt begint Panda tegen hem te praten. Ze verteld dat ze een tijdje terug ten onrechte behandeld is.
Ondertussen heeft Boelie het gesprek met de journalist Ernst-Jan. Het verhaal wordt uiteindelijk een groot fantasie verhaal. Dan begint Ernst-Jan over zijn vrouw (Etta), hij denkt dat ze een andere minnaar heeft. Boelie gaat met Ernst-Jan mee naar huis om uit te vinden of dat ook echt zo is.
De grijsaard is inmiddels bijgekomen. Hij schreeuwt in het wilde weg dat hij is berooft is. Opeens is daar een jonge man, Tjeerd, hij heeft gezien wat er met de grijsaard is gebeurd. Als Tjeerd hem hulp aanbied en met hem naar de politie wil, weigert de man dit. Hij krijgt hem zover om naar zijn tante te gaan voor hulp. De tante van Tjeerd, Rosa Overbeek blijkt een oude schoolvriendin van de grijsaard zijn erg blij elkaar te ontmoeten.
Mees en panda hebben het idee om van het geld een feest te organiseren en nodige iedereen uit. Boelie, Etta en Ernst-Jan zijn ook op het feest. Boelie is i.p.v. erachter te komen of Etta een minnaar heeft zelf de minnaar geworden. Hierdoor ontstaat een ruzie tussen Ernst-Jan en Etta. Ook Tjeerd komt uiteindelijk op het feest te terecht.
Door het feest zijn alle korte verhaallijnen samen gekomen en is het één verhaal geworden.



De hoofdpersonen van het boek zijn:
Mees: Hij is 25 jaar en woont in Amsterdam samen met een goede vriend. Mees is een Jazzpianist. Hij is een seksistische jongen die houdt van zijn vrijheid. Hij vindt zijn leven niet echt interessant.
Boelie: Hij is de vriend met wie Mees samenwoont. Boelie is een rustige jongen. Hij is onzeker en vaak ontevreden over zichzelf. Wel heeft hij veel gevoel voor humor.
Panda: Zij is een 15-jarig meisje die Mees en Boelie in het park ontmoet. Ze is keihard, egoïstisch en heeft wilde romantische fantasieën. Panda heeft een eigen kijk op het leven, is brutaal en doet wat ze wil.
Etta: Zij is getrouwd met Ernst-Jan. Hier heeft ze spijt van. Haar moeder is een alcoholist. Deze dingen maken Etta een erg ongelukkige vrouw. Ze houd van een perfect leven; netjes, alles op een rijtje en nooit problemen. Dit heeft ze zelf alleen niet.
Ernst-Jan: Hij is de journalist die Boelie heeft geïnterviewd. Hij houd van voedbal en alcohol. Hij besteed niet veel aandacht aan zijn vrouw, Etta en hij denkt dat ze een andere minnaar heeft.
Tjeerd Overbeek: Hij is het neefje van Rosa Overbeek. Tjeerd wil graag mensen helpen. Maar het is een bange jongen, hij is vooral bang voor zijn leeftijdsgenoten.
Rosa Overbeek: De tante van Tjeerd Overbeek. Rosa is toezichthouder op de openbare toiletten in het park. Wanneer deze oude dame Kees ontmoet is ze dol gelukkig.
Kees (de grijsaard): Hij is een oude koppige man, die zich niet graag laat vertellen wat hij moet doen. Door toeval vind Kees zijn oude schoolvriendin terug.

Het thema van het boek is liefde. Dit blijkt uit alle liefdesrelaties die ontstaan gedurende de dag.  

Hier zijn nog een paar foto’s die temaken hebben met het boek:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten